Paardenwelzijn
wolf

Werken met voerbeloning.


In plaats van een blij paard dat een snoepje krijgt zie ik zie een paard dat continu `aan’ staat. Er lijkt een knop om te gaan waardoor het paard blijft zoeken hoe ze die voerbeloning kunnen krijgen. Voer leren weigeren en grenzen trekken wanneer er wel of niet een voerbeloning komt is bijna onmogelijk. Het vergt op zijn minst heel veel discipline van het paard. Gezien er veel gewerkt wordt met voerbeloning is het moeilijk te onderbouwen waarom ik deze mening heb.


Tijdens een bezoek aan een dierentuin werd er een show gegeven met walrussen. Ik was natuurlijk weer te laat en keek zijdelings mee. De walrussen vertoonden al hun kunstjes voor dat ene visje. En onder mij zwommen de zeeleeuwen heen en weer. Ze konden niet wachten tot zij aan de beurt waren om hun visjes te verdienen! Zeeleeuwen en walrussen worden op dezelfde manier getraind. Het enige, maar belangrijke verschil is, dat zij buiten deze training geen contact hebben met hun trainer. Voedsel leren weigeren hoeft dus ook niet. Daarbij komt dat het roofdieren zijn. Hun instinct werkt anders dan grazers zoals paarden.

Een interessante theorie waar ik al jaren mee worstel. Niet zodanig dat ik twijfel aan wat ik zie, want ik zie wel degelijk paarden die maar één focus hebben. Wat drijft het paard om zo diep door het stof te gaan?


Nogmaals, ik worstel al jaren met wat de focus is die ik steeds zie. Een paar weken geleden vond ik het antwoord. Totaal onverwacht!

Er komt een prachtig span het erf op gereden. Een shetlander met een mooie wagen achter zich. De dame op de bok weet alles te vertellen over de wolven die op het moment schapen en pony’s doden. Ze vertelt waar de wolven zich houden en waar ze naartoe trekken. Er worden zomaar 15 schapen gedood maar niet opgegeten. Ik vraag haar ‘ Maar hoe kan dat? De natuur regelt zichzelf toch?’. De vrouw legt uit: ‘Normaal wordt een kudde schapen onrustig. Ze gaan rennen, er wordt 1 schaap gepakt, de kudde kalmeert en de wolf neemt onopvallend het dode schaap mee. Nu lopen de schapen in een wei, ze kunnen niet weg dus blijven maar rennen. De wolf blijft getriggerd om een schaap te doden door de bewegingen, keer op keer. Het rennen is de knop aan om te doden. Zo zijn ook de kippen in het kippenhok ook voor de vos.


En dat is wat wij doen met voerbeloning. Keer op keer dat deel aanwakkeren om het gedrag te vragen van wat wij willen zien. De voerbeloning (rennende schapen) is de knop `aan’ voor het instinct om voerbeloning te krijgen.


Of ik mijn paarden nooit snoepjes geen? Jazeker! Altijd na het werk zonder dat ze daar een opdracht voor hoeven te doen.

Indianenverhalen


30 miljoen jaar geleden leefde er allerlei soorten paarden in Noord Amerika. Via landbruggen hebben enkele zich verspreid, namelijk de zebra, ezel en het przewalskipaard.

Deze waren een kleine afspiegeling van alle paardachtige die over de prairies zwierven

Deze waren echter allemaal uitgestorven toen Columbus in 1492 Amerika bereikte.

De Indiaanse bevolking had nog nooit een paard gezien!


Rond de 16e eeuw verspiedde veel Spaanse en Portugese paarden van soldaten zich over het Noord Amerikaanse gebied. Paarden ontsnapte uit een kraal, een hengst die merries schaakte of wiens ruiter tijdens een gevecht van de rug viel. Deze paarden vormde steeds meer kuddes waar de ontsnapte paarden zich bij voegde. Zo werd de Mustang als 'wild' paard getemd door indianen.

Voor deze tijd leefde indianen zonder paarden en gingen te voet op jacht

De indianen Nez Pece hebben het eerste een amerikaans paard gefokt, namenlijk de Appaloosa.

Rookworst

Van een banaan naar een rookworst!


Een paard is bijvoorbeeld linksgebogen. Ter verduidelijking spreekt men vaak over een linksgebogen banaan. Hoe je het ook noemt, de kenmerken van een links gebogen paard zijn

  • Er rust meer gewicht op de rechterschouder
  • Het paard is geneigd om stelling naar links te nemen.
  • De spieren aan de linkerkant zijn sterker en dus korter.
  • De spieren aan de rechterkant zijn slapper en dus langer.


De hals van het paard is als een roer. Er rust meer gewicht op de rechterschouder dus neemt het paard stelling naar links. Hoe meer stelling naar links hoe meer gewicht er komt op de rechterschouder. Met een linksgebogen paard een volte linksom rijden in stelling naar links maakt dat er nog meer gewicht op de buiten schouder komt. Het 'begrenzen'met de buitenteugel helpt niet want je rijdt van een linksgebogen banaan op een hemaworst! Het paard klapt door naar links en leunt volledig op de rechterschouder.


De oplossing? Tja, dat is niet in een paar zinnen te beschrijven.

Lukt het je om geen stelling naar links te nemen op de linker volte voorkomt dat je op een hemaworst rijdt.

Lukt het om in stelling naar rechts een linkervolte te rijden zal het paard de hals laten vallen en dus nageeflijk lopen. Want als je verticale balans (gewicht schouders) klopt gaat het paard met een vallende hals lopen.

Let op, er zijn twee kanttekeningen.


  1. Een paard kan biomechanisch geen stelling nemen als er teveel gewicht op de schouder is.
  2. Er is meer nodig dan alleen stelling om gewicht over te hevelen.
Neusriem paard

Waarom een neusriem?


Vroeger trok men, tijdens oorlogen, te paard ten strijde. De soldaten werden vaak zonder enige ervaring op de paarden gezet. Als het paard steigerde ging de soldaat hangen aan de teugels om toch te kunnen blijven zitten. Door de grote druk op het bit leidde dit regelmatig tot een gebroken onderkaak van het paard. De reden dat men de neusriem is gaan gebruiken was om het paard te beschermen tegen deze breuk. De neusriem hield de kaken van het paard op elkaar waardoor hij meer tegenkracht kon geven.

Britse onderzoekers van het Bishop Burton College kwamen niet lang geleden tot de conclusie dat een gecombineerde neusriem (hoge neusriem en sperriem) de meeste druk op het neusbot geeft.
Tegenwoordig is bij bijna alle hoofdstellen een gecombineerde neusriem geïntegreerd. Vele ruiters gebruiken deze combinatie zonder dat ze zich bewust zijn van de verhoging van de druk op het neusbot.

Om het paard in de mogelijkheid te stellen zijn kaken te ontspannen is het noodzakelijk minstens twee vingers tussen de neusriem en de kaak te kunnen leggen. Als de neusriem te strak aangetrokken wordt ontstaat er een belemmering van de slikreflex. Een gevolg daarvan is ondermeer dat het paard zijn kaken niet meer kan verschuiven. Ook wordt het aannemen van het bit daardoor bemoeilijkt.

Dus gebruik niet zomaar een neusriem maar bedenk waarom je een neusriem gebruikt. Gebruik je een neusriem, kijk dan welke past bij jouw paard!

Bijzetteugels.


Als je op een evenwichtsbalk loopt zul je in het begin je armen spreiden om je balans te vinden.
Na veel oefenen kun je, aan het einde van de balk, jezelf omdraaien en misschien zelfs wat oefeningen doen zoals je been optillen. Een vereiste om dit te kunnen is een goede balans. Een goede balans is: Lopen over de balk met je armen ontspannen langs je lichaam hangend.
Terug naar het begin. Je gebruikt je armen om balans te vinden. Dit is een logische reactie van je lichaam. Jouw armen zijn de hals van het paard. Wanneer het paard zijn hals laat ‘vallen’ loopt hij ontspannen omdat hij in balans is. Hetzelfde geldt voor jou als je over de balk kunt lopen met je armen naast je.
Met bijzetteugels bind je als het ware de ‘armen’ van het paard vast naast het lichaam. Het plaatje klopt, jouw armen zijn naar beneden. Maar om zo over de balk te lopen is haast onmogelijk en het is stressvol omdat je gemakkelijk valt.
Een paard leren wij een ander balanspunt te gebruiken zodat hij een ruiter kan dragen. Net als voor ons op een balk lopen ons balanspunt verandert, verandert bij het paard het balanspunt wanneer er iemand op zijn rug zit. Waar het paard zijn hals/ hoofd draagt geeft informatie over hoe hij in balans is. Aan ons om hem in balans te brengen zodat het paard vanzelf zijn hals kan laten vallen

Vrijheidsdressuur, in den beginne.


Vrijheidsdressuur, een hele hype van deze tijd. Wist je dat men dat in de jaren 50 ook al deed?

Boeren jongens leerde hun werkpaarden in de schrale vrije tijd kunstjes zoals men tegenwoordig doet.

Voor het werk op het land waren het veelal trekpaarden maar de gelderse werden ook veel gebruikt. Deze waren dan ook geschikt om te beleren voor wedstrijden in een vereniging, en kunstjes.

Balans van paard en ruiter


Als een paard in volle galop een bocht maakt, bijvoorbeeld tijdens het spelen in de wei, gaat hij schuin door de bocht. Dat is geen enkel probleem want het paard kent precies zijn balanspunt en weet hoe schuin hij kan gaan. Net als wij, mochten wij ooit door een bocht rennen tijdens hardlopen. Maar nu dragen we een kind op onze rug, oftewel, een ruiter op de rug van het paard. Met een kind op je rug moet je heel anders de slalom gaan lopen. Je zal meer moeten indraaien omdat je anders om zult vallen. Je balanspunt verandert zodat, wanneer je te schuin door de bocht gaat, je bij moet stappen om te voorkomen dat je gaat vallen. In paardentaal is dit versnellen of zelfs bokken. Een paard moet heel zijn lichaam anders gaan gebruiken om een ruiter te kunnen dragen. In plaats van schuin door de bocht moet het paard gaan indraaien.
Als een jong paard voor het eerst een ruiter op zijn rug heeft en gaat bokken wordt dat een drama. Hoe gekkere sprongen het paard maakt hoe meer stress het voelt om het uit balans zijn. Leer het paard, vóór het zijn eerste ruiter gaat dragen, aan de hand zijn lichaam anders te gebruiken. Dat scheel veel angst en stress en is veiliger voor de ruiter.
Niet alleen het paard moet in balans zijn met een ruiter, de ruiter moet zelf ook in balans zijn. Denk aan dat kind op je rug dat veel te ver naar achter helt. Je bent dan geneigd langzamer te gaan lopen of zelfs te stoppen met lopen. Zo is het met ruiters die teveel naar links of rechts hellen. Heb je weleens een kind op je rug gehad dat uit angst heel hard ging klemmen met de benen? Niet fijn! Klemmen is ook niet fijn voor het paard. Centered riding geeft je inzicht en tools om je paard zo min mogelijk in de weg te zitten maar juist mee te gaan in de beweging.

FotoSilke Rottermann

 Waarom is de onderkant van de stal (deur) dicht?


We weten niet beter of de onderste deur van een stal is dicht. Daar zullen genoeg redenen voor zijn.


Toch is het wel leuk om eens bij stil te staan hoe paarden op stal hun dag door brengen.

Een paard op stal is gemiddeld vier tot zes uur bezig met ruwvoer eten. Als ze de kans krijgen zullen ze verder proberen te foerageren tussen stro of krullen.

Verder zal het paard tussen de drie en vier uur liggen om te rusten. Hierbij nog de uren mee gerekend dat een paard rust en zijn hoofd wat laat hangen.


Een paard kan 350 graden rond kijken. Maar hij kan niet over een muurtje kijken! Dus een paard dat in een stal, naast soortgenoten staat zal ondanks dat toch heel wat uren geen soortgenoot zien! Dit komt omdat zijn hoofd zich de meeste tijd van de dag laag bevindt.

Het paard ziet alleen de onderste helft van de stal, de muur! Een onprettige bijkomstigheid is dat de ammoniakgeur geconcentreerd de neusgaten bereikt.


Vroeger zag je veel hooiruiven op hoogte en dan was dit probleem minder aanwezig omdat het paard at met zijn hoofd omhoog. Tegenwoordig voert men vaker vanaf de grond om het natuurlijk gedrag tegemoet te komen en ter bevordering van het op de juiste manier afslijten van het gebit.

De handhouding van de ruiter


Het is belangrijk dat de handhouding boven de schoft blijft al kan het verleidelijk zijn om de handen onder de schoft van het paard te plaatsen. Met een lagere hand komt het paard sneller met het hoofd naar beneden. Dit heeft een reden. Het bit drukt op de lagen, het kaakbot waar het bit op rust, en dat is uiterst gevoelig. Dissecties (het ontleden van een paard) laten veel gesplinterde lagen zien. Er breken stukjes bot van de kaak af. Houd dit ook in het achterhoofd als je bijzet- of slofteugels gebruikt.

De handhouding moet dus ten alle tijden hoog genoeg zijn zodat het contact via de mondhoeken verloopt.

Het touwhalster


Het touwhalster ziet er mooi uit en is allerlei kleuren te krijgen. Toch is het wel goed om je bewust te zijn van de inwerking van het touwhalster. Ten eerste is het veel scherper dan een stalhalster omdat het touw in de huid kan snijden. Zet daarom nooit je paard vast aan een touwhalster. Wanneer het paard schrikt en gaat hangen worden zijn oren gevild.

Het halster heeft knopen en het is goed om te bekijken waar de knopen liggen. Liggen de knopen op de oppervlakkige zenuwen die van binnen de schedel naar buiten komen, wees jezelf bewust dat druk hierop het paard pijn doet. De knopen zitten dan net onder een opening in de schedel. Hier komen de oppervlakkige zenuwenin een dikke bundel naar buiten. Wanneer de knoop van het touwhalster hierop ligt en er hangt een zware musketonhaak aan geeft dit druk, vooral als je met het touw gaat zwieren!

Een paard dat hard is in de mond bestaat niet!


Het paard heeft, net als de mens, zintuigen zoals het horen, ruiken, zien, gevoel en de smaak. Wanneer we een bit of een bitloos hoofdstel gebruiken is het belangrijk dat we ons bewust zijn van de gevoeligheid van die zintuigen.


Het bit.

In de mond zitten ontelbare zenuwuiteinden die nauw verbonden zijn met het limbisch systeem in de hersenen. Dit gedeelte van de hersenen is verantwoordelijk voor het leren en de emoties van het paard.


Er is geen enkel paard 'hard' in de mond. Pijnreceptoren kunnen niet uit gaan of verdwijnen. Ieder paard reageert anders op pijn. Net als mensen kunnen paarden introvert, de pijn ondergaan of extravert zijn, terug vechten. Tekenen van pijn kunnen zijn: het vast zitten aan één kant (als de ruiter rechtshandig is zit het paard meestal links vast), de mond openen, extreem slijmen of de teugels uit de handen trekken.


Bitloos.

Gezien de zenuwuiteinden in het hoofd moet de ruiter voorzichtig zijn met de drukpunten. Bij bitloos rijden is er sprake van druk op die zenuwen. Dunne scherpe halsters, zoals touwhalsters, werken heel scherp in op die drukpunten. Ook moet men opletten dat er achter de oren geen druk gezet wordt omdat hier ook gevoelige zenuwbanen lopen.


De neusriem moet nooit te strak worden aangesnoerd, dit geldt ook voor bitloze hoofdstellen.

Uiteindelijke conclusie is dat een harde of zachte mond afhangt van de hand van de ruiter.

Wel of geen zweetmes na het afsproeien paard?


Een paard heeft in verhouding veel inhoud en spiermassa en minder huidoppervlakte. Dit houdt in dat het paard het eerder warm heeft dan wij en minder makkelijk afkoelt. Als wij ons bij 20 graden prettig voelen is dat bij een paard tussen de 5 en 10 graden.

Op grote internationale wedstrijden wordt een hitte protocol gebruikt van 30 sec. koelen met koud water zodat de capillaire vaten dicht gaan. Er wordt geen water af gehaald met een zweet mes. Daarna 30 seconden wandelen zodat de capillaire vaten weer open gaan. Als slot 30 seconden in een windtunnel. Dit wordt herhaald tot de temperatuur weer 37 graden is. Dit kan wel 30 minuten duren.

Thuis zou je in plaats van bovenstaande je paard 1 minuut met koud water afsproeien, daarna 2 minuten wandelen. Dit herhalen tot het paard weer de juiste temperatuur heeft. Je kunt dit ook voelen door met platte hand op een grote spier te voelen.

Het antwoord op de vraag ligt in het midden. Haal je gelijk al het water weg met een zweetmes dan haal je heel het verkoelend effect weg. Maar laat je het paard lang staan zonder dat hij het eraf kan rollen, dan krijg je een warm waterdeken. Vooral op warme vochtige dagen waarbij het water niet goed kan verdampen.

Carolien Munsters is inspanningen fysioloog voor paarden en heeft veel onderzoek gedaan. Ze maakt trainingsprogramma`s voor topsporters.

Paarden introduceren in een kudde.


Een paard introduceren in een kudde is nog niet zo makkelijk. Het is handig om de geschiedenis van het paard te weten. Een paard dat altijd alleen heeft gestaan heeft het sociale kuddegedrag in zekere zin verleerd. Dit zal zeker tot een escalatie kunnen leiden omdat het paard de ongeschreven regels van de kudde niet begrijpt.


Wanneer een veulen geleerd heeft weinig respect voor de persoonlijke ruimte te hebben en teveel vertroeteld is door mensen, zal dat in de kudde ook tot problemen kunnen leiden. We noemen dit: overhandled veulens.


Een paard heeft binnen de kudde vaak vriendschap met èèn paard. Zolang hij een maatje heeft, heeft hij geen behoefte aan een tweede vriendschap. Dus wanneer een kudde uit drie paarden bestaat is dit zeker een aandachtspunt. Er is een grotere kans dat èèn van de drie paarden buiten gesloten wordt.


Wanneer er een paard in een kudde wordt geintroduceerd kun je een draad tussen het nieuwe paard en de kudde spannen. Zo kunnen ze kennis maken met elkaar zonder dat er gevechten ontstaan. Wanneer het nieuwe paard een onderdanig karakter heeft of onder in de rangorde staat, is het verstandig om er, na een week, een paard bij te zetten. Het nieuwe paard zal na die week een echte eenheid vormen met het andere paard. Wanneer ze samen de kudde ingaan staat het nieuwe paard er niet alleen voor.

Een dominant nieuw paard kan over het algemeen zijn eigen boontjes wel doppen.


Loopt er een klophengst in de kudde, dan zal het nieuwe paard regelmatig met het hengstengedrag van de klophengst geconfronteerd worden. Dat geldt ook voor het gedrag van een laat gecastreerde ruin.


Dr. M. van Dierendonck heeft een aantal regels als leidraad.

Klik hier om deze te lezen.

Foerageren


Zelden zie je een paard in de wei op één plaats staan grazen. Steeds zetten ze een stap om te zoeken naar beter gras. Dit noemt men foerageren. Van nature brengt een paard zijn tijd hier grotendeels mee door.


Een paard in een stal zal dus ook proberen te foerageren op de stalbodem. Uit onderzoek is gebleken dat een paard wat op papierpulp of houtkrullen staat ongeveer anderhalf uur per dag foerageert. Bij een paard wat op stro staat is dit dertien uur per dag. Ze laten er zelfs hun hooi voor liggen. Het helpt een paard in de stal verveling tegen gaan en het voorkomt stalondeugden.

De trapezius spier


Op de bovenstaande tekening is te zien waar het reflexpunt van de trapezius spier in het lichaam van een paard loopt. Deze spier tilt de schouder op en beweegt de schouder naar voren en naar achteren.


Dit is een reflexpunt. Dit is net als dat er met een hamertje tegen je knie wordt geklopt en je onderbeen naar voren komt. Wanneer er druk op de trapezius spier komt verstrakt de gehele schouder. Dit is dus ook de reden waarom een hengst tijdens het dekken in de schoft van het andere paard bijt. Dit gebeurt ook bij roofdieren: zij springen naar de schoft van hun prooi.

Het verstoort de voorwaartse beweging van de voorbenen omdat de schouder wordt geblokkeerd.


Wanneer je het gevoel hebt dat je paard op de rem staat of moeite heeft met het zich oprichten of uitstrekken, controleer dan of het zadel de schoft genoeg vrijheid geeft. Want als het zadel op de trapezius spier drukt (zie rood gekleurd gedeelte) staat de schouder van je paard eigenlijk op de handrem!

De zit


In de afgelopen eeuwen zijn er verschillende ideen geweest over houding en zit.


In de negentiende eeuw dacht men heel anders over de zit als nu. Tijdens een sprong verplaatste men zich naar achteren. Dit, omdat de achterbenen van het paard sterker zijn en het paard het gewicht zo beter zou kunnen dragen. De Italiaanse ritmeester Federico Caprilli ontwikkelde de verlichte zit, iets totaal anders dan men gewend was.


'Hakken naar beneden, tenen naar binnen, borst vooruit'!

Herkenbare tips van je vroegere instructeur?

'Handen stil, kijk waar je naartoe gaat'!

Voor de meeste van ons wel herkenbaar denk ik.

'O ja, en houd je knieen aangesloten aan het zadel'.


Sommige van ons moesten zelfs een papiertje tussen hun been en het zadel houden. Ik ben er mee opgegroeid in elk geval.

Nu weet ik inmddels dat je het paard enorm kunt belemmeren door een vaste zit.


Hoe dan wel?

Het valt immers niet mee om op een bewegend dier stil te zitten! Wat nu, als die regels van vroeger helemaal omgedraaid worden? Dus stel je voor, je tenen mogen naar buiten wijzen in de lijn van je knie, je hakken mogen op een natuurlijke manier hangen zonder dat je ze hoeft uit te drukken! Houd geen spanning op het zadel met je knieën en zit vooral niet stil maar beweeg met je paard mee!


Wanneer je mee beweegt en rijdt vanuit je botten en gewrichten in plaats vanuit je spieren zul je merken dat je paard veel vrijer beweegt. Deze manier van rijden heet: Centered Riding.


Zoek eens een Centered Riding instructeur op in jouw buurt en ervaar het zelf!

Een rommelde 'maag'.


Je staat naast je paard en zijn buik begint te rommelen. Wij denken nogal snel aan een rammelende maag. Maar grote kans dat het de blinde darm van het paard is!

De blinde darm wordt om de 15 tot 20 uur geleegd en dat geeft een rommelend geluid. De blinde darm is 1 meter lang en heeft een inhoud van 34 liter. Deze kan, in tegenstelling tot de maag, grote hoeveelheden ruwvoer verwerken.

Het blijft dan 15 tot 20 uur in de blindedarm, die zich daarna leegt om het voedsel door te stuwen naar de dikke darm.


Hoe ziet een paard?


Paarden hebben een blikveld van ongeveer 350 graden.Als een paard voor zich uit kijkt plaatst hij de objecten die hij wil zien op een horizontal Dat maakt dat een paard de wereld om zich heen anders ziet dan wij.

Om bijvoorbeeld een object scherp te zien zal het paard zijn hoofd omhoog of omlaag richten zodat het object op de scherpe horizontale lijn komt.

Hoewel een paard beter in het donker ziet dan wij, duurt het wel langer voordat hij aan de verandering gewend. Dus wanneer je je paard de trailer in vraagt, bedenk dan dat hij de eerste paar seconden verblind is.

Het psychisch welzijn.


Een paard alleen in de wei. Sommige mensen zien het probleem niet en andere wel.

Feit blijft dat een paard een kuddedier is. Het houden van één paard is onwenselijk, tenzij er dagelijks contact met één of meerdere soortgenoten mogelijk is. Zoals eerder gezegd is een paard een kuddedier. En een kudde is continu in beweging. Voortdurend wordt er bepaald wat de rangorde is, er wordt gegroomd, gespeeld enz.


De SRP, de sectorraad paarden, is hét aanspreekpunt voor de paardensector richting overheid. De SRP wil het houden van één paard niet verbieden. De kans is dan aanwezig, dat een tweede paard wordt aangeschaft, terwijl de financiële middelen om het paard te onderhouden onvoldoende zijn. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor het welzijn van het paard.


In 2011 schreef de SRP aan minister Bleker om het houden van een paard alleen niet te verbieden vanwege bovenstaande reden. In tegenstelling tot de Dierenbescherming die daar wel voor pleitte.

In Duitsland en Denemarken is het wel verboden om èèn paard te houden.


Zaak dus om bij de aanschaf van een paard na te denken over bovenstaande zaken. Een shetlander, geit of ezel kan een goed weidemaatje voor je paard zijn.


Ondanks dat er zoveel richtlijnen zijn voor huisvesting, zoals oppervlakte, stal, licht enz, lijkt het psychisch welzijn minder belangrijk te zijn.


In de scandinavische landen is het wettelijk verplicht het paard minimaal 12 uur buiten te laten staan. 

Het oorspel.


Voor een paard geeft het orenspel van zijn soortgenoot hem belangrijke informatie. dat bewijst het volgende onderzoek.


Men zette twee emmers voer aan beide uiteinde van een muur. Bij beide emmers werd een levensgroot paard afgebeeld. Dit paard keek naar de emmer.

Vijfentwintig paarden mochten zelf kiezen uit welke emmer ze wilde eten. Wanneer de oren van de afgebeelde paarden waren afgeplakt kozen zij een willekeurige emmer. Wanneer maar bij èèn afgebeeld paard de oren waren afgeplakt kozen ze de andere emmer.


Dat suggereert volgens de onderzoekers dat paarden, bij het oppikken van sociale signalen, zich niet alleen focussen op de ogen van hun soortgenoten maar vooral ook op de oren.

Teugels aannemen.


Zoveel manieren, zoveel meningen over hoe een paard aan de teugel moet lopen.


De druk op de teugel is essentieel voor een correct contact met je paard. Wanneer de druk op de teugel te groot is, bijvoorbeeld te diep, te laag, te rond of op de onjuiste manier uitgevoerd, zal het paard zijn nek en kaakspieren vast zetten. Daarbij wordt het hoofd vaak achter de loodlijn (zie groene lijn) getrokken. Het kan ook zijn dat het paard zelf verlichting zoekt waardoor er veel druk komt op de wervels, met name de C-5, C-6 of C6-C7 (zie rood punten). Deze overbelasting kan voor artrose of synovitis (gewrichtsaandoeningen) zorgen.

Wanneer het paard op de loodlijn loopt (zie groene lijn) krijgen de wervels meer ruimte en kan het paard zichzelf en de ruiter gaan `dragen`.


Het tegenovergesteld is dat als er geen contact met de mond (of de neus) is het niet prettig is voor het paard. Het anticiperen op wat er gevraagd kan gaan worden kan het paard nerveus en onzeker maken. Dit komt vooral veel bij manegepaarden voor.

Paarden hebben geen dag en nachtritme.


Je geeft ’s avonds, bijvoorbeeld om 20:00 uur, je paard hooi en daarna weer de volgende ochtend om 7:00 uur. Stel dat het paard het hooi van 20:00 uur in twee uur op heeft. Dan staat hij dus negen uur zonder ruwvoer. Hier wordt vaak niet bij stil gestaan omdat we onbewust denken dat het paard ’s nachts, net als wij, ook gaat slapen.


Een paard moet voor zijn gezondheid onbeperkt ruwvoer hebben en hij eet dan gemiddeld 15 uur per etmaal. Dit, om de maag en darmen gevuld te houden. Deze werken door, met of zonder vulling. De peristaltische bewegingen gaan gewoon door. De blinde darm verzuurd bij te weinig ruwvoer. Darmen en maag zonder vulling vergroten de kans op maagzweren, gasvorming in de darmen of verdraaiing/verstopping, koliek.


Onbeperkt ruwvoer voor het paard is ook goed voor de psyche. Stalpaarden, die bijvoorbeeld drie keer per dag ruwvoer krijgen, eten gemiddeld 4 uur per dag. De verveling die dan ontstaat, veroorzaakt makkelijk stalondeugden.

Mijn paard zit vast of zit ik zelf vast?


De zit van de ruiter heeft veel invloed op het paard. Zowel de ruiter als het paard kunnen vast zitten in hun bewegingen. Wanneer je paard bijvoorbeeld beperkt beweegt in zijn rug of lendenen kan het zijn dat de ruiter zelf ook beperkt beweegt tijdens het rijden.


Veel ruiters concentreren zich tijdens een training alleen op hun paard en niet op hun eigen zit. Maar wanneer de zit van de ruiter het paard belemmert is de vraag van de ruiter naar het paard niet altijd even eerlijk.


Wanneer je paard naar binnen of buiten valt tijdens het rijden, ga dan bij jezelf na of je misschien zelf naar een kant hangt. Gebruik je beide handen gelijkmatig en geef gelijke druk op de beugels.

Wanneer het paard niet voorwaarts is kan het zijn dat de ruiter teveel druk met de knieën geeft. Wanneer de ruiter klemt met de knieën wordt de bewegingsvrijheid van de schouder van het paard beperkt. Ook een goedpassend zadel moet voldoende vrijheid voor de schouder bieden.


Wanneer je meer wilt weten over wat jouw zit doet bij het paard, zoek een CR instructeur bij jou in de buurt.

Heb ik een klophengst?


Dat zou wel kunnen kloppen!

Hinniken, steigeren, schrapen, heftig reageren?

Geeft je paard veel problemen, kan hij ineens dominant worden, laad hij op bij het zien van merries?

Sta er eens bij stil dat het een klophengst kan zijn.


Men spreekt over een klophengst wanneer èèn of beide teelballen niet zijn afgedaald.

Deze blijft in de buikholte of liezen, er wordt dus nog gewoon testosteron aangemaakt waardoor het paard hengsten gedrag vertoond. In vele gevallen zelfs extremer.

Dit doordat de temperatuur in de buikholte hoger is dan in de balzak waardoor er meer testosteron aangemaakt .

Ook zorgt de hogere temperatuur voor een hogere kans op tumorvorming van de teelbal.


Om te achterhalen of het paard een klophengst is wordt er bloed af genomen. Als er nog een of meer testikels aanwezig zijn, is het testosterongehalte in het bloed hoger dan bij een ruin.


Er is een aflevering van de rijdende rechter over iemand die een klophengst heeft gekocht als ruin. Leuk en leerzaam om te bekijken.



Klik hier!

Manen trekken of knippen?


Hoewel men al tijden de manen trekt bij paarden is er pas onderzoek naar gedaan hoe het paard dit ervaart (Louise Nicholls).

Hierbij is gebruik gemaakt van een hartmeter.

De hartslag verhoogde duidelijk wanneer men de manen aan het trekken was.

Daarbij bewoog het paard meer zoals verstappen, met de staart zwiepen en likken en kauwen.


Likken en kauwen is dus niet altijd een teken van ontspanning.

Dat is het voordeel van een hartslagmeter.

Hoewel paarden prooidieren zijn reageren ze niet altijd met vluchten. Ze kunnen zich er helemaal aan overgeven zodat er weinig signalen aan de buitenkant te zien zijn. Maar ze ervaren wel degelijk de pijn, angst en of stress.


Knippen voortaan!

Kan een paard vreemd gaan?


Ja!

Een wilde kudde bestaan uit een leider hengst, een leider merrie, nakomelingen en basismerries.


Een basismerrie is een vaste partner van de hengst. Wanneer ze denkt dat ze haar genen beter door kan geven door een keer een veulen van een andere hengst te krijgen piept ze er stiekem tussenuit. Ze laat zich dekken door een andere hengst, gaat dan snel terug naar haar eigen hengst en laat zich dekken door deze. Zo denkt haar eigen hengst dat het zijn veulen is en zal deze dan ook zo beschouwen.


Ook kan het gebeuren dat een andere hengst een merrie ontvoert. Maar wanneer de merrie de hengst niet ziet zitten krijgt hij niets voor elkaar. De merrie kiest dus zelf haar hengst.


Doorgaans hebben de leidmerrie en de leidhengst een goed huwelijk. De hengst beschermd de kudde, houd iedereen bij elkaar en geeft aan wanneer ze moeten vluchten. Ze zijn zachtaardig als een brave huisvader.


CTO-blokkade


Een blokkade in de overgang van de halswervels naar de borstwervels.

Deze ligt achter de schouderbladen.

Hier zijn veel structuren bij betrokken zoals;

De laatste nekwervel en de eerste borstwervel, de ribben (met name de eerste rib), het borstbeen, het schouderblad, de borst en schouderspieren, de longen en de Plexus brachialis.


Dit zijn een aantal symptomen van een CTO- blokkade

Doordat het schouderblad niet vrij kan bewegen maakt het paard zijn stappen naar voren niet helemaal af.

Hierdoor zal hij makkelijk struikelen.


Wanneer het paard langdurig de blokkade heeft kun je een kuiltje zien waar de hals overloopt in de schoft.

Dit hoort vloeiend te zijn.

Het paard zal zijn schoft niet kunnen liften en moeilihjk nageeflijk lopen.

Ook het aansingelen zal problemen geven.

Dit zijn een aantal symptomen van een CTO- blokkade.


De oorzaken van een CTO- blokkade kunnen zijn

- Tijdens een bevalling waar het veulen al een rib kan verdraaien.

- Verstapping

-niet in aanleuning lopen vanuit ontspanning en schoftlift.

-Het ontbreken van een ligamentaire verbinding

- Kreupelheid

- Beweeglijkheid wervels (beinvloed door spieren)


Een goede chiropracter kan helpen. Het liefst iemand die gespecialiseerd is.

Ezel en paard samen?


Kan een ezel en paard samen in de wei staan?

Vele denken van niet omdat een ezel de voor paarden fatale longworm kan dragen. Vroeger zou dit inderdaad een risico zijn geweest maar in deze tijd is er goed te ontwormen.

Zorg in eerste instantie voor een goede ontworming van beide voordat ze bij elkaar gezet worden. Een regelmatig mestonderzoek is wel aan te raadde gezien de ezel geen uiterlijke symptomen laat zien van longworm.


Let op dat je voor zowel de ezel als het paard een apart ontwormingsschema voert. Ezels moeten gemiddeld om de twee maanden ontwormt worden terwijl dit voor het paard teveel zou zijn i.v.m. resistentie van de wormen voor het middel.

Raadpleeg altijd even je dierenarts.

Schep de mest iedere dag uit de wei en verplaats ze na vier tot zes weken. Wanneer je de mogelijkheid hebt laat schapen achter het paard/ ezel aangrazen. Schapen zijn de stofzuigers van de weide. Ze eten alle besmetting wel.


Al deze punten zijn ook voor alleen voor paarden van toepassing, behalve om de twee maanden ontwormen.

Heb je een paard dat sober moet staan bijvoorbeeld omdat hij aanleg heeft voor hoefbevangenheid, dan zou een ezel een leuk maatje zijn gezien deze ook sober moeten leven.

Een veel voorkomend misverstand over koliek.


Een groot misverstand is dat paarden niet mogen rollen wanneer zij koliek hebben.

Vroeger dacht men dat wanneer een paard ging rollen, er een verdraai ing in de darmen kon komen.

Met man en macht werd geprobeerd het paard overeind te houden door de staart omhoog te trekken en de zweep te gebruiken.

Inmiddels is bekend dat het liggen of rollen geen verdraaiing kan veroorzaken.

Maar vele van de jonge generatie zijn daar nog niet van op de hoogte. Blijkbaar hebben zij het weer van de oudere generatie overgenomen.

Wanneer een paard een verdraaing in de darmen heeft is de reden ernstige koliek. De dikke darm is 6 tot 8 meter lang en heeft halverwege een U bocht. Hierdoor is het kwetsbaar om een verdraaiing of verstopping te krijgen.

Wanneer er een verdraaiing of verstopping optreed kan de maag overvol raken en gaan scheuren. Een paard kan namelijk niet overgeven. Dus roep er altijd een dierenarts bij wanneer je koliek vermoed.

Zet het paard in een ruime paddock/ bak waar hij rustig kan gaan liggen zonder vast te geraken. Let goed op jezelf want door de pijn kan het paard zo onrustig zijn dat hij zichzelf of jou kan bezeren.


Koliek kan variëren van een lichte, onschuldige kramp tot een levensbedreigende verdraaiing of verstopping van de darmen of een verstopping met het risico op het scheuren van de maag doordat voedsel zich ophoopt.


Verschillende soorten koliek zijn;


Gaskoliek ontstaat door gasophoping in de darmen.

Krampkoliek treedt op als gevolg van verkramping van de darmen of een gedeelte daarvan.

•Zandkoliek treed op wanneer het paard teveel zand binnen krijgt.

•Koliek door verstoppingen in de darm

•Koliek door liggingsveranderingen van de darm


Wacht niet te lang met de dierenarts bellen wanneer je koliek vermoed. Laat tot die tijd het paard rustig stappen in een veilige omgeving. Wanneer de pijn te heftig wordt en hij wilt gaan liggen/ rollen, laat hem. En zorg voor een veilge positie voor jezelf.

Indianenverhalen


30 miljoen jaar geleden leefde er allerlei soorten paarden in Noord Amerika. Via landbruggen hebben enkele zich verspreid, namelijk de zebra, ezel en het przewalskipaard.

Deze waren een kleine afspiegeling van alle paardachtige die over de prairies zwierven

Deze waren echter allemaal uitgestorven toen Columbus in 1492 Amerika bereikte.

De Indiaanse bevolking had nog nooit een paard gezien!


Rond de 16e eeuw verspiedde veel Spaanse en Portugese paarden van soldaten zich over het Noord Amerikaanse gebied. Paarden ontsnapte uit een kraal, een hengst die merries schaakte of wiens ruiter tijdens een gevecht van de rug viel. Deze paarden vormde steeds meer kuddes waar de ontsnapte paarden zich bij voegde. Zo werd de Mustang als 'wild' paard getemd door indianen.

Voor deze tijd leefde indianen zonder paarden en gingen te voet op jacht

De indianen Nez Pece hebben het eerste een amerikaans paard gefokt, namenlijk de Appaloosa.

Weer en water.


Een paardenlichaam bestaat voor 65% uit water. Water reguleert onder andere de spijsvertering en thermoregulatie.

Als algemene regel geldt, een paard in rust heeft minimaal 30-35 ml water per kg lichaamsgewicht nodig om de waterbalans op peil te houden. Dat betekent ongeveer 18 tot 21 liter voor een paard van 600 kg. Bij hoge temperaturen kan het oplopen tot 50 Liter.


Temperaturen boven de 29 graden Celsius verhogen de frequentie en het volume van de wateropname. Temperaturen onder de 7 graden Celsius kunnen de wateropname verminderen.


Het is belangrijk dat paarden altijd toegang hebben tot vers water.

Bij weidegang drinkt een paard minder want het gras bestaat uit 84% uit water. Maar bij hoge temperaturen verdampt dit vocht en droogt het gras uit.

Wanneer een paard hooi tot zijn beschikking heeft verhoogd de behoefte aan water. Dit om de opnamecapaciteit van de dikke darm te vergroten en om het vochtpeil op hoogte te houden. Tijdens het afbreken van eiwitten komt ook een kleine hoeveelheid water vrij.


Wanneer een paard extreem veel drinkt kan het duiden op een ziekte zoals bijvoorbeeld Cushing of insuline resistentie. Te weinig drinken vergroot het risico op uitdroging. Dit kun je zien bij verminderde elasticiteit van de huid, andere kleur tandvlees of een verhoogde hartslag. Bij twijfel raadpleeg de dierenarts.